GKBS
Meditatie Waar ben je?
Waar ben je? Naar Genesis 3, vers 9
‘Maar God de Heer riep de mens:
Waar ben je?’
De Bijbel verkondigt ons, dat God de Schepper is van al wat leeft. Ja, dat Hij de macht heeft om de zee terug te wijzen binnen haar grenzen, zodat er vruchtbaar land kan ontstaan. En dat Hij zelfs heerst over sterren en planeten. Want die geeft Hij niet alleen een plek aan het hemelgewelf, maar Hij bepaalt ook hun baan. In feite doet Hij dat ook voor ons. Hij schept de mens als kroon op Zijn schepping en geeft Adam en Eva een plek, midden in de hof van Eden. Daar mogen zij wonen. Daar mogen zij leven. En daar zijn zij dus ook altijd te vinden.. Tot dat moment, dat Eva luistert… niet naar God, maar naar de slang. Samen met Adam genieten zij van een verboden vrucht. En terwijl hun ogen worden geopend voor het goede en het kwade, verbergen zij zich op het moment dat God hen opzoekt in het Paradijs. En het grote zoeken van God is begonnen.
Sinds die dag zoekt God de mensen op. Maar je zou ook kunnen zeggen: sinds die dag is Hij naar ons op zoek. En dat horen wij in heel die lange geschiedenis die God aangaat met Israël als Zijn volk. Hij kwam tot Abram, terwijl Abram nog nooit van Hem had gehoord. Hij kwam tot Mozes en sprak tot hem vanuit een brandende braamstruik. Hij sprak tot Samuel in de nacht, riep Zijn profeten, vermaande de kinderen van Zijn volk, riep hen op tot trouw aan Zijn verbond en bood ook steeds weer redding en verlossing aan, waarom? Omdat God Zelf gekenmerkt wordt door Zijn genade, Zijn liefde en Zijn trouw. Deze God zal ons altijd weer opzoeken.
Dat deed Hij ook in Jezus, Zijn Zoon. Jezus Die mens geworden is, precies als wij. En dan zeggen wij heel vaak: Jezus is mens geworden, maar 1 ding deed Hij niet: Hij heeft nooit een zonde begaan. Volgens mij kunnen we hier nog wel wat meer bij zeggen. Want onze hemelse Vader heeft bijvoorbeeld nooit aan Jezus moeten vragen waar Hij was. Integendeel! In het Evangelie lezen we steeds weer, dat Jezus zich terugtrok, op een eenzame plaats. Dan zocht Hij Zijn hemelse Vader op. En Hij deed dat in het gebed.
Hierin wijst Hij ons de weg. Want zeg nou zelf: waarom zou God zoveel moeite moeten doen om ons te zoeken, als wij al lang op Hem vertrouwen? En waarom zouden wij Hem niet half tegemoet komen, door ook zelf trouw te zijn in het zoeken naar God, in ons gebed? Ik geloof dat wij dat nodig hebben. Als mens, maar ook als gemeente. Sterker nog: ik geloof dat deze hele wereld dat nodig heeft. Dat wij God opzoeken. Dat wij vragen naar Zijn wil, Zijn weg en Zijn werk. Dat zet alle kaders die wij kennen – politiek, economisch, ecologisch, strategisch en ga zo maar door - in een oeroud en altijd vernieuwend Bijbels perspectief. Een perspectief dat begint bij Gods scheppende handelen en dat ons wijst op een Koninkrijk dat komt. En waar wij leven tussen dat moment, waar Genesis ons van vertelt en dat moment, waar Openbaringen ons op wijst, hebben wij een keuze, iedere dag opnieuw.
Laten wij God steeds zoeken? Ook als het gaat om onszelf? Of richten wij ons hart tot Hem om dan te vragen: Heer, hier ben ik… waar bent U en wat mag ik voor U betekenen?
Ds. Gerard Doorn