GKBS
MEDITATIE: En Johannes getuigde:
En Johannes getuigde:
'Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen,
en hij bleef op Hem rusten.' Johannes 1: 32
Sinds enkele dagen gaat het in huize Werrie regelmatig over ‘stokken steken in neus en keel’; ons jargon voor ‘je laten testen’. De aankondiging dat ons dorp meedoet aan een landelijk onderzoek heeft voor menig fel debat aan tafel gezorgd. Termen als solidariteit en naastenliefde zijn inmiddels afgestoft en uitgelegd in kindertaal, maar ondertussen zet de heer des huizes zich in stilte schrap. Is nu dan eindelijk het moment aangebroken dat de stok ook zijn ingewanden gaat beroeren en moet uitgerekend hij daarmee het goede voorbeeld geven aan z'n kinderen?
Om die dreiging te ontlopen, wend ik me in de studeerkamer tot m'n vakliteratuur, maar dat wil deze keer niet erg helpen. Ik tref Jezus daarentegen aan bij de oever van de Jordaan. Verbaasd en verontwaardigd probeert Zijn neef Johannes Hem uit het water te houden, maar Jezus houdt voet bij stuk; Hij wil echt kopje onder.
Volgens de evangelist Mattheus zegt Jezus daarbij:
'Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.'
Prachtig vind ik dat. De Zoon van God die zich ontledigt, zijn rechten opgeeft en zich al aan het begin van Zijn optreden solidair verklaart met ons soort mensen.
Maar er gebeurt nog meer op dat plekje aan de Jordaan. De Bijbel zegt dat de hemel zich opent, dat de Geest van God op de pas gedoopte Jezus neerdaalt in de gestalte van de duif en dan blijvend op Jezus rust. Vooral dat woordje ‘blijvend’ is in het getuigenis van Johannes van belang, want daardoor wist Johannes in Jezus met de Zoon van God te maken te hebben. Het nieuwe van dat gebeuren bij de Jordaan was niet dat de Geest op Jezus neerdaalde, de Geest was immers in het Oude Testament ook al op mensen neergedaald. Het nieuwe was dat de Geest vanaf dat ogenblik op deze Jezus bleef en dat de Zoon van God zich voor Zijn opdracht op aarde blijvend afhankelijk wilde maken van de Geest. En dus worden de wonderen die Hij doet altijd als wonderen en geschenken van boven ontvangen.
Nooit wil Jezus de indruk wekken dat Hij beschikt over een kracht die Hij naar eigen goeddunken kan inzetten. Alles komt voort uit Zijn directe relatie met de Vader, die Hem gezonden heeft, en de Geest, die Hem toerust.
Terwijl we als een razende richting het ultieme tijdperk van de mens bewegen, vormt het bovenstaande een grote uitdaging aan het adres van de kerk. Ja, met Pinksteren wordt de Geest aan de leerlingen gegeven om bij hen te blijven, maar dat betekent wel dat we net als Jezus moeten kiezen voor solidariteit met de mensheid en ook voor een blijvende afhankelijkheid van de Vader. Hoe blijf je als mens solidair met de mensen om je heen, terwijl je ze steeds minder begrijpt en al helemaal niet door hen begrepen voelt? En hoe blijf je in deze individualistische en op ervaring gerichte maatschappij, wat we tevens verwachten van de kerk en van Zijn Heer, nederig en afhankelijk als een kind van de Vader? Ik geloof dat het gebeuren bij de Jordaan ons daar blijvend bij moet helpen.
Ds. Ruben Werrie